Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin "Klimmend gewelf": blz. 260 ("gewelf dat stijgt. Dat kan zijn in de richting van de lengteas, b.v. een tongewelf boven een rechte trap. Het kan ook zijn in de richting van de welflijn, als de geboorten op ongelijke hoogten liggen. B.v. schoorgewelf, ondersteuning van een trap" - dit is de relevante tekst volledig. Opmerking: het UDS beschouwd alleen het asymmetrische gewelf, dus met verschoven kruin als 'klimmend', conform de omschrijving van de 'klimmende boog' - jp0406)
frans
- Vigan, Jean de, Le petit Dicobat. Dictionnaire général du bâtiment. Ris-Orangis (Arcature), 1994. [957 blz. ISBN 2.9504805.2.7]. Hierin: blz. 722 ("Quartier de voûte désigne chaque portion d'une voûte d'ogives comprise entre deux arêtes convergeant vers le clef (s'il est en berceau, ou redivisé par des arêtes multiples, le quartier est aussi dit canton); on distingue le quartier plein-cintre et le quartier biais; selon l'axe de sa ligne de faîte par rapport au vaisseau, on distingue les quartiers longitudinal, transversal, rayonnant; le quartier incliné est celui d'une voûte rampante." - dit is de volledige tekst)